2.1 Wonen
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
De implementatie van de Omgevingswet vraagt een visie op onze ruimte, in de breedste zin van het woord. De Omgevingswet staat voor een goede balans tussen het benutten en beschermen van de fysieke leefomgeving. We hechten belang aan het behoud van de cultuurhistorische, ruimtelijke en natuurwaarden in het bestaande landschap. | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Algemeen
Net als vele andere gemeenten hebben we de transitie naar het volledig werken in overeenstemming met de Omgevingswet nog niet afgerond. We hebben inmiddels een coördinator Omgevingswet aangesteld die de transitie verder zal begeleiden
Omgevingsvisie
Bij het vaststellen van de omgevingsvisie heeft de raad uitgesproken dat de visie tenminste één keer per vier jaar geactualiseerd moet worden. We koersen op de vaststelling voor 1 januari 2027. We zijn inmiddels gestart met voorbereidende werkzaamheden.
Omgevingsplan
Met het oog op het wijzigen van het omgevingsplan voor het buitengebied zuidwest heeft de raad inmiddels een ontwerpnota van uitgangspunten vastgesteld. In het najaar van 2025 start het participatietraject over de ontwerpnota. Verder hebben we op dit moment aanvragen voor wijziging van het omgevingsplan in behandeling voor individuele percelen.
Verordening fysieke leefomgeving (VFL)
Over de ontwerpverordening Fysieke Leefomgeving (VFL) zijn geen zienswijzen ingediend. We leggen in het vierde kwartaal de verordening ter vaststelling voor aan de gemeenteraad.
Vergunningen
Er is een aanhoudende stijging in de werkvoorraad voor wat de vergunningverlening betreft. De complexiteit van de zaken is zichtbaar toegenomen. Nieuwe werkwijzen en processen vergen extra tijd, hier is blijvend aandacht voor en waar nodig en mogelijk brengen we hier verbeteringen in aan. Daarnaast zijn er nog een aantal aanvragen onder de Wabo die nog afgerond worden. Opvallend is dat het instrument Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa) nu een veel gebruikt instrument is om medewerking te verlenen aan initiatieven die niet in het omgevingsplan passen. Dit lijkt in de nabije toekomst ook niet te veranderen. Dit levert extra werkdruk op binnen het team VTH.
Voordat mensen formele aanvragen indienen dienen ze vaak eerst een principeverzoek/conceptaanvaag in. Vanwege de werkdruk hanteren we al geruime tijd een wachttijd voor deze verzoeken/aanvragen. De doorlooptijd voor behandeling ervan is langer dan normaal. Hierdoor kunnen we echter wel de formele aanvragen binnen de wettelijke termijn verlenen.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Het vanuit een lange termijnperspectief en brede welvaart invulling geven aan de woonopgave in De Fryske Marren | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
In juli 2025 hebben we de 1e herijking van de Regionale Woondeal Zuidwest Friesland afgerond. Er is afgesproken dat de gemeente De Fryske Marren tot en met 2030 een extra opgave van bruto 183 woningen krijgt. De opgave is daarmee in de periode 2022 t/m 2030 bruto 1333 woningen.
We hebben voor het tijdvak 2026 – 2036 alle projecten in kaart gebracht. In de herijking van de regionale woondeal is afgesproken dat de gemeente een zogenaamde juridische planlijst van de woningbouwprojecten opstelt. Dit is een planlijst met alle voorgenomen projecten. Wij stellen deze naar verwachting in september vast. Daarna kunnen we lijst ter instemming aanbieden aan Gedeputeerde Staten. Hiermee is de plancapaciteit voor woningbouw geborgd.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Voorzien in wonen, zorg en welzijn voor ouderen en andere kwetsbare doelgroepen. | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Op 9 april 2025 is het beleidskader wonen-welzijn-zorg door de gemeenteraad vastgesteld. Inmiddels werken we aan een uitvoeringsprogramma om de ambities te realiseren. Voor de zomer zijn de eerste bijeenkomsten gehouden met interne en externe stakeholders. Hier gaan we in het najaar mee door.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Sturen op de woonruimteverdeling met als doel een evenwichtige, lokale woningmarkt. | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Als de Wet versterking regie volkshuisvesting (Wvrv) in werking treedt, zijn gemeenten verplicht een Huisvestingsverordening urgent woningzoekenden Fryslân (urgentieverordening) vast te stellen. Een dergelijke verordening borgt dat bij wet bepaalde aandachtsgroepen voorrang krijgen op een deel van de vrijkomende sociale huurwoningen. In Fries verband werken wij aan het opstellen van een ontwerp Huisvestingsverordening urgent woningzoekenden Fryslân.
Wij hebben de ontwerp Centrumgemeenteregeling Huisvestingsverordening urgent woningzoekenden Fryslân in februari 2025 vrijgegeven voor inspraak.
In juli 2025 is de Wet versterking regie volkshuisvesting (Wvrv) in de Tweede Kamer behandeld. Bij de behandeling zijn een aantal amendementen aangenomen. Deze amendementen hebben een grote invloed op de Friese urgentieverordening. Daarom heeft de stuurgroep besloten de planning aan te passen en de uitkomst van de besluitvorming in de Eerste kamer af te wachten. Dit betekent dat een eventuele verordening pas in de loop van het tweede kwartaal van 2026 in werking kan treden en niet meer zoals gepland op 1 januari 2026. Dit heeft geen directe gevolgen.
Kort voor de zomer zijn wij gestart met de voorbereidingen van een onderzoek van het reguleren van toeristische verhuur, dit mede om te bepalen of en welke mate regulering hiertoe in een Huisvestingverordening nog gewenst en/of noodzakelijk is. Op basis van dit onderzoek komen wij in het tweede kwartaal van 2026 met de uitkomsten van het onderzoek
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Zorg voor kwalitatief goede huisvesting en het creëren van een goed vestigings- en bedrijfsklimaat voor onze ondernemingen. | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Voor een economisch vitale gemeente is er een visie nodig op de huisvesting van internationale werknemers. Wij hebben daarvoor de startnotitie huisvesting internationale werknemers opgesteld. Deze startnotitie is in januari besproken in een consulterend petear. Op basis van de uitkomsten van het petear werken we nu aan een uitgangspuntennotitie. Daarvoor zijn diverse stakeholders geraadpleegd. We koersen op vaststelling van de uitgangspunten in het vierde kwartaal van 2025.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Het zorgen voor meer betaalbare woningen voor onze inwoners | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
In het Volkshuisvestingsprogramma De Fryske Marren 2024-2028 is het zorgen voor meer betaalbare woningen als een belangrijke doelstelling opgenomen. In onze woningbouwprojecten streven we naar een mix van betaalbare huur- en koopwoningen en duurdere woningen. Via een programma-gestuurde aanpak geven we invulling aan deze doelstelling. Hierbij werken we toe naar de kaders die gaan gelden binnen de Wet versterking regie Volkshuisvesting. We monitoren de voortgang via de prestatieafspraken met de corporaties.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Ontwikkelen van de gemeente door het realiseren van woningbouwprojecten. | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
In onderstaande tabel is aangegeven hoeveel woningen er in onze gemeente zijn gerealiseerd vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 juli 2025. Ook is aangegeven hoeveel woningen we nog moeten realiseren tot en met 31 december 2030. Het aantal gereedmeldingen fluctueert en wordt langjarig gemonitord.
Stand op 1 augustus 2025* | ||
|---|---|---|
Aantal projecten | 63 | |
Aantal verwachte woningen | 1.325 | |
Aantal gerealiseerde woningen | 241 | 18% |
Aantal niet - gerealiseerde woningen | 1.084 | 82% |
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Toekomstbestendige ziekenhuiszorg voor onze regio. | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Op 16 mei 2025 maakten de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van het Antonius Ziekenhuis uit Sneek bekend dat zij zich terugtrekken uit het fusietraject met Frisius MC. De gevolgen hiervan zijn nog onduidelijk. Dit jaar vinden nog bestuurlijke overleggen plaats om duidelijkheid te krijgen over de mogelijkheden voor nieuwvestiging binnen het plangebied.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
De agrarische sector is een belangrijke pijler voor onze gemeente en kampt met vele uitdagingen. Samen met de sector zoeken we naar perspectief en oplossingen. | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Het kabinet heeft 2,2 miljard euro beschikbaar gesteld voor een startpakket aan stikstofmaatregelen. De rol van provincies en gemeenten hierin is nog niet duidelijk. Totdat die duidelijkheid er is blijven we in ieder geval actief in verschillende overlegstructuren en verzamelen we kennis over ons gebied.
Op 26 mei 2025 heeft de gemeenteraad besloten het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de sierteelt te reguleren. De gemeenteraad beoogt voor bestaande situaties een spuitvrije zone ingeval van sierteelt van 50 meter ten opzichte van gevoelige bestemmingen. Verder wil de raad sierteelt verbieden op percelen waar dat nog niet plaatsvindt. De spuitvrije zone kan alleen gerealiseerd worden met een wijziging van het omgevingsplan. Dit vergt tijd. Vooruitlopend op de wijziging van het omgevingsplan, kan de raad via een voorbereidingsbesluit sierteelt verbieden op percelen waar dat nog niet plaatsvindt. Op 17 september is een voorstel hiervoor behandeld in het petear. De raad vergadert erover op 1 oktober.
Het college onderzoekt momenteel ook de mogelijkheden voor agroforestry in de percelen rondom Gaasterland die de bestemming open landschap hebben. Aanleiding hiervoor was een principeverzoek van een agrariër uit Gaasterland. Aangezien er door de landbouwtransitie meer aanvragen te verwachten zijn wordt er gekeken naar alle gebieden rondom Gaasterland waar deze aanvragen vandaan kunnen komen. Het college zal dit jaar komen met een raadsvoorstel om ruggespraak met de raad te houden over dit onderwerp.
Het Rijk heeft nog in de vorige kabinetsperiode 180 miljoen euro beschikbaar gesteld aan Provinsje Fryslân voor investeringen in waterkwaliteit, stikstofreductie, de bomen en bossenstrategie, de landbouw en weidevogels. Dit geld is gedeeltelijk ingezet voor projecten die voortkomen uit het veenweideprogramma.
Als gemeente blijven wij agrariërs ondersteunen bij de landbouwtransitie en hebben regelmatig bestuurlijk overleg met landbouworganisaties om de ontwikkelingen te bespreken en te bezien waar we elkaar kunnen versterken.
Actualisatie Provinciale Omgevingsvisie (POVI)
De actualisatie van de Provinciale Omgevingsvisie heeft een halfjaar vertraging opgelopen wegens interne besluitvorming bij de Provincie. Inmiddels ligt er een door Gedeputeerde Staten vastgestelde contourenschets die de koers van de nieuwe Omgevingsvisie beschrijft. De bedoeling is nog steeds dat provinciale staten de geactualiseerde POVI in 2026 vaststellen. Men streeft naar een concept-POVI eind dit jaar. De planning is erg krap. Dit najaar kunnen wij ambtelijk en bestuurlijk nog input geven.
De POVI is voor ons van belang omdat beleid dat de provincie daarin vastlegt, mogelijk vertaald wordt in instructies in de provinciale verordening. Die instructies zijn dan weer medebepalend voor de inhoud van ons omgevingsplan en voor de concrete invulling van beleidsthema’s zoals bijvoorbeeld de energietransitie.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Met het Veenweide-programma 2021-2030 ‘Foarút mei de Fryske Feangreiden’ wordt geprobeerd om te komen tot een duurzaam ontwikkelingsperspectief voor een aantrekkelijk en leefbaar veenweidegebied. | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Herijking
Bij de vaststelling van het Veenweideprogramma 2021-2030 hebben de samenwerkingspartners (provincie, Wetterskip Fryslân en de Veenweidegemeenten) afgesproken deze periodiek te herijken. Het doel is beoordelen of de huidige aanpak effectief is en of aanpassingen nodig zijn om de doelen voor 2030 te halen. De eerste herijking, oorspronkelijk gepland voor 2022, heeft in 2024 plaatsgevonden. Reden voor dit uitstel waren de ontwikkelingen rond het Nationale Programma Leefgebied (NPLG) en de doorontwikkeling van de registratiesystematiek met bijbehorende rekenregels. De herijking vond plaats op basis van gesprekken met landbouw-, natuur- en milieuorganisaties, de veenweidegemeenten, Wetterskip Fryslân en de provincie.
Werkplan 2025
In 2021 hebben de dagelijkse besturen van de Friese overheden in het veenweidegebied het Veenweideprogramma 2021-2030 (VP 21-30) behandeld. Jaarlijks stelt het programmateam een werkplan op als uitvoeringskader van het Veenweideprogramma. Het werkplan ligt nu ter vaststelling voor bij GS, het DB van Wetterskip Fryslân. Op 22 april 2025 hebben wij er als één van de zeven veenweidegemeenten kennis van genomen.
Funderingsloket
Op advies van de funderingstafel is het funderingsloket opgericht. Het doel hiervan is het beantwoorden van vragen van burgers en het begeleiden van gedupeerden van funderingsschade bij het onderzoek en herstel van hun fundering. Het loket draait sinds 2024 en heeft al veel inwoners verder geholpen. Ook dit jaar worden er weer verschillende inloopmomenten georganiseerd waar inwoners met hun vragen terecht kunnen.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Verminderen netcongestie | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Friese Energie Tafel
In juni 2024 heeft Liander aangegeven dat de grootschalige uitbreiding van het middenspanningsnetwerk (kabels en elektriciteitshuisjes) via 'project NuLelie' vertraging oploopt. Hierdoor loopt het oplossen van netcongestie verdere vertraging op. In bestuurlijk overleg tussen Liander en de overheden binnen de Friese Energietafel (FET) is daarom het Actieplan Netcongestie opgesteld. Dit plan richt zich op een brede aanpak om op korte termijn zoveel mogelijk klanten op de wachtlijst aan te sluiten op het elektriciteitsnet, bovenop en naast de al geplande investeringen. Met elf maatregelen wordt het net in Friesland zoveel mogelijk ontlast, enkele belangrijke hiervan zijn:
- het zwaarder belasten van bestaande infrastructuur;
- de huidige capaciteit efficiënter verdelen onder alle gebruikers;
- slimme netcongestie oplossingen toepassen bij de ontwikkelingen van woningbouw en bedrijventerreinen. Dit omvat onder andere het verminderen van net- of piekbelasting, waarbij ook energiehubs een belangrijke rol spelen.
Over de situatie in onze gemeente vindt ieder kwartaal bestuurlijk overleg plaats met Liander.
Vanuit de FET wordt gewerkt aan een uitvoeringsagenda, deze volgt op de energievisie die in december 2024 is vastgesteld. Hierin is veel aandacht voor het verminderen van netcongestie en het werken naar een duurzaam en toekomstbestendig energiesysteem.
380kV Vierverlaten – Ens
Voor 1 november moet onze regio een regioadvies indienen bij het Rijk over een voorkeurstracé van de uitbreiding van de 380kV-verbinding. Wij voeren in dat kader gesprekken en nemen de raad voor november mee in de uitkomsten daarvan. Wij hebben onze eigen gemeentelijke voorkeur inmiddels al bij het Rijk naar voren gebracht. Deze voorkeur betreft het tracé dat eerst ten oosten van onze gemeente loopt en pas ten zuiden van Nieuweschoot onze gemeente binnenkomt en via Oudehaske onderlangs Vegelinsoord de gemeente weer uitgaat op het kruispunt Akkrumer Rak en It Deel. Het Rijk beslist over het tracé.
Opstellen van beleid rondom grootschalige energieopslag
In FET verband is er gewerkt aan een richtlijn voor batterijopslag. Deze richtlijn biedt een kader voor gemeenten en de provincie om een samenhangend en duidelijk beleid te ontwikkelen voor batterijsystemen. Wij kijken nu hoe we dit kunnen vertalen naar gemeentelijk beleid, mogelijk in FET verband. Gemeente en provincie werken samen met TenneT verder aan de locaties voor grootschalige batterijen die groter zijn dan 70 MW. Totdat de locaties bekend zijn werken gemeenten en provincie niet mee aan initiatieven in deze categorie.
Fossielvrije mobiliteit
De gemeente maakt dit jaar via OVEF gebruik van een concessie met Total Energies voor de plaatsing van publieke laadpalen, welke eind december 2025 afloopt. In het kader van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) zijn op landelijk niveau afspraken gemaakt om te zorgen voor een dekkend laadnetwerk voor alle modaliteiten. Fryslân maakt hierin onderdeel uit van de NAL-regio Noord.
In de OVEF-ledenvergadering van 4 juli is besloten dat de laadinfrastructuur onder eigen regie van OVEF zal worden gerealiseerd. Dit betekent dat OVEF verantwoordelijk wordt voor de plaatsing en exploitatie van de laadpalen. De precieze invulling van deze aanpak zal in de komende maanden verder worden uitgewerkt.
Netcongestie en impact op interne organisatie
De komende jaren doen Liander, TenneT en andere bedrijven forse investeringen om de netcapaciteit uit te breiden vanwege de netcongestie. Deze forse investeringen beginnen nu in de uitvoering te komen. Dit heeft impact op de openbare ruimte en de beheerorganisatie. Deze projecten kennen een lange looptijd. De volgende projecten lopen of gaan binnenkort starten:
- Buurtgerichte aanpak: trafo’s en extra stroomkabels voor trafo’s laagspanning. Voorbeelden hiervan zijn in Wyckel, Lemmer Noord en Balk.
- NuLelie: uitbreiding stroomkabels (ringen om de kernen en tussen buurten) en meerdere trafo’s.
- Grootschalige uitbreidingen: nieuwe onderstations, regelstations, schakelstations en tussenliggende stroomkabels.
Daarnaast zijn er de bestaande vervangings- en renovatieprojecten van andere netbeheerders zoals Gasunie (vervanging hogedruk gasleiding Joure), Vitens, Liander gas.
De werkzaamheden van Liander vragen veel inzet bij voorbereiding en afstemming met Liander en bij de uitvoering van de werkzaamheden in het terrein. Afstemming tussen reguliere werkzaamheden en taken vanuit Liander vraagt extra gemeentelijke capaciteit. We moeten bewaken dat het gewenste kwaliteitsniveau van de openbare ruimte op het noodzakelijke niveau blijft en nog alerter sturen op haalbare werkdruk binnen de teams. Deze ontwikkeling zal langere tijd doorlopen en aandacht vragen van de gemeente.
Door de grote hoeveelheid van werkzaamheden van externen op diverse locaties is er geen ruimte voor een integrale aanpak en synergie tussen initiatieven van de gemeente zelf en initiatieven van de netbeheerders en dan vooral van Liander. Hierdoor missen we koppelkansen en ervaren de gebruikers meer overlast dan nodig. In de komende periode onderzoeken we welke extra inzet nodig is om koppelkansen te benutten en hoe we dit kunnen organiseren.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Bevorderen Isolatiegraad huishoudens | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Fixteams
In de eerste helft van 2025 is Operatie EnergieFIX van start gegaan, het Fixteamsproject van gemeente De Fryske Marren. Daarbij hebben zowel de energiecoach van de gemeente als een Fixteam van Empatec zo’n 150 huisbezoeken uitgevoerd. Tijdens deze bezoeken gaf de energiecoach advies en bracht energielekken in de woning in kaart. Aansluitend voerde het Fixteam kleine energiebesparende maatregelen uit (ook wel fixen genoemd), met als doel de energierekening van inwoners te verlagen. Voorbeelden van deze maatregelen zijn het plaatsen van ledlampen, radiatorfolie, tochtstrips en waterbesparende douchekoppen.
Volgens het Impactrapport 2023 van FIXbrigade Nederland besparen huishoudens dankzij de maatregelen van lokale FIXteams gemiddeld 15 % tot 23 % per jaar op hun energierekening. Maar Fixteams verlagen niet alleen energielasten, ze creëren ook werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en signaleren andere problematiek voor doorverwijzing naar het sociaal werk. Ook de komende jaren blijven we daarom inzetten op het gebruik van Fixteams. Onze ambitie is om tot eind 2027 in totaal zo’n 600 woningen te ‘fixen’. Op de langere termijn koppelen we dit traject aan de subsidieregeling Lokale Aanpak Isolatie, waarmee het bereik wordt vergroot tot meer dan 4.000 huishoudens.
Subsidieregeling Lokale aanpak Isolatie
De Fryske Marren heeft vanuit Rijksmiddelen een specifieke uitkering gekregen om een subsidieregeling op te stellen voor isolatiemaatregelen voor slecht geïsoleerde woningen. De subsidieregeling is in juli vastgesteld. Tegelijkertijd is de 3e tranche van de SPUK LAI aangevraagd. Op 1 oktober 2025 gaat de subsidieregeling Lokale Aanpak Isolatie (LAI) in. Voor 4000 woningen is een bedrag van €2.160 beschikbaar zodat slecht geïsoleerde koopwoningen beter geïsoleerd kunnen worden. De regeling staat open tot oktober 2029.
Isolatie levert het meest op voor mensen met een hoge energierekening en een kleine beurs. We doen een extra inspanning om hen te bereiken. Daarom continueren en maken wij ons sterk voor de samenwerking tussen zowel interne als externe partners. Externe partners zijn De Kear, Humanitas, Het Rode Kruis, de voedselbanken en stichting Leergeld.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
De gebouwde omgeving is in 2030 voor 20% aardgasvrij en uiterlijk in 2050 voor 100% aardgasvrij | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begin 2025 hebben we een werkbezoek gebracht aan Denemarken. Dit bezoek werd georganiseerd door de Provincie en stond in het teken van de warmtetransitie. Voor onze gemeente lag de nadruk op de haalbaarheid en betaalbaarheid van deze transitie.
De Deense aanpak van warmtenetten biedt waardevolle inzichten. Warmtenetten in Denemarken zijn op unieke wijze georganiseerd en gefinancierd. Ze zijn in eigendom van lokale coöperaties of gemeenten en opereren onder strikte regelgeving. Volgens de Deense wet moeten warmtenetten sturen op de laagst mogelijke prijs voor de klant en is het maken van winst niet toegestaan. Deze wettelijke structuur draagt in belangrijke mate bij aan de betaalbaarheid van warmte voor burgers.
De ervaringen en lessen uit Denemarken bieden interessante perspectieven voor de Nederlandse situatie, met name op het gebied van betaalbare en maatschappelijk gedragen warmtenetontwikkeling.
We zijn halverwege met deelname aan EU interreg North Sea Region Waterwarmth. Dit 3-jarige Europese subsidieproject maakt het mogelijk om onderzoek te doen naar de mogelijkheden van een duurzame warmtetransitie op basis van Aquathermie (warmte uit water) voor een klein dorp zoals Terherne. De uitkomsten van deze onderzoeken zijn ook toepasbaar op andere dorpen binnen de Friese context.
Voor het warmteproject Joure zijn begin 2025 gesprekken gevoerd met verschillende stakeholders (Accolade, Jacobs Douwe Egberts, FSFE, Firan) om tot een breed gedragen vervolg te komen. Er wordt samen gewerkt aan een plan van aanpak om in Joure een duurzame en sociale warmtetransitie te realiseren. Hierbij is speciale aandacht voor het juist en tijdig betrekken van inwoners bij de omschakeling naar een duurzame verwarmingsmethode. Door de complexiteit is nauwkeurigheid belangrijker dan snelheid. Er is een intentieverklaring opgesteld tussen de belangrijkste stakeholders (gemeente, Accolade, JDE, Firan, FSFE). Op basis van deze intentieverklaring werken we de komende periode aan een haalbaarheidsonderzoek om te bezien of er voldoende potentie en een gunstige businesscase is. In het onderzoek kijken we naar de restwarmtepotentie van JDE, en een mogelijk warmtenet om deze warmte bij onze inwoners te krijgen.
Zeer recentelijk heeft een mogelijk relevante ontwikkeling plaatsgevonden, Het moederbedrijf van Jacobs Douwe Egberts is overgenomen door het Amerikaanse Keurig Dr Pepper. Welke gevolgen dit heeft voor de productielocatie in Joure, de betrokkenheid bij ontwikkelingen in de warmtetransitie of andere zaken zijn nog niet bekend. We houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten om tijdig in te kunnen spelen op eventuele veranderingen.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Duidelijkheid over de rolopvatting van De Fryske Marren op collectieve warmtevoorzieningen. | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
In november 2024 heeft de raad de gemeentelijke rolopvatting vastgelegd voor lokale initiatieven voor collectieve warmtevoorzieningen. Op basis van de keuze: samenwerking bij gouden projecten, rechtmatig bij overige projecten, zijn de volgende acties ondernomen:
- Opstellen kader en subsidie/stimuleringsregeling voor lokale initiatieven. Wij stellen die regeling naar verwachting in het tweede kwartaal vast.
- Startsessie stakeholders Joure
De keuze van de raad over de rolopvatting ten aanzien van de warmtetransitie binnen de gemeente nemen we mee in het traject om tot een nieuw warmteprogramma te komen. Een warmteprogramma is een programma dat door gemeenten wordt vastgesteld om te beschrijven hoe en wanneer de gemeente van het gas afgaat en wat de toekomstige warmtevoorzieningen voor de gemeente worden. Het warmteprogramma wordt vervolgens uitgewerkt in uitvoeringsplannen op wijkniveau. In het warmteprogramma wordt per wijk of buurt het tijdspad van verduurzaming beschreven en worden potentieel beschikbare duurzame warmte-alternatieven in beeld gebracht voor de wijken waar de gemeente de komende tijd aan de slag gaat. In het eerste kwartaal is vanuit het NPLW (nationaal programma lokale warmte) ondersteuning voor gemeenten gestart. In Fryslân nemen wij net als elke andere Friese gemeente hieraan deel. In 2026 moeten wij een besluit nemen over het warmteprogramma.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Stimuleren van aquathermie als duurzame warmtebron | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
In het 2025 heeft de gemeente de deelname aan de Missy Wetterwaarmte voortgezet. De missy ondersteunt lokale projecten met kennis en kunde. Wij werken nauw samen met Missy Wetterwaarmte. Er is een werkplan voor 2025-2026 opgesteld en bekrachtigd door de deelnemende partijen. De belangrijkste punten uit dit werkplan zijn een campagne gericht op het promoten van aquathermie bij inwoners van Friesland; en verdere uitwerking van potentiekaarten voor aquathermie binnen de Friese context waarbij aandacht is voor voldoende afnamecapaciteit ten opzichte van ecologische criteria. In Oktober zal een bestuurlijke dag plaatsvinden om de samenwerking en positionering van de Missy Wetterwaarmte te bespreken.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Het vergroten van de biodiversiteit in de gemeente | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Natuur-inclusief bouwen
Gelet op het duurzaamheidsprogramma onderzoeken wij of en op welke manier wij invulling kunnen gaan geven aan natuur-inclusief bouwen.
Inzicht in effectiviteit van maatregelen ter bevordering van biodiversiteit
Voor bestuivende insecten is een monitoringsplan opgesteld die de biodiversiteit in De Fryske Marren voor een periode van vijf jaar gaat monitoren. Dit monitort zowel de populatiegroei van de bestuivende insecten als de soorten en aantallen bloeiende planten. Het effect van het aangepaste maaibeheer meten we op eventuele toe- of afname van bestuivende insecten en bloeiende vegetatie. Er wordt met meerdere teams samengewerkt aan het verder invulling geven van projecten die de biodiversiteit bevorderen.
Bermen inzaaien na renovatie van wegen
Voor een aantal wegen vervangen wij het grasmengsel door een gebiedseigen wildmengsel om zo voor meer bloeiende bermen te zorgen. Hiermee vergroten we de biodiversiteit. Deze bermen monitoren we vanaf het moment van inzaaien.
Natuurvriendelijke oevers
In Lemmer-noord realiseren we in het kader van de renovatie twee natuurvriendelijke oevers. Dit doen we door de taluds flauwer te maken waardoor we meer variatie in hoogtes aanbrengen. Dit biedt leefruimte voor meer fauna. Bovendien kan de fauna dan gemakkelijker uit het water komen. We monitoren deze oevers om te kijken wat het effect is van deze ingreep.
Soorten Management Plan
Bij het na-isoleren van gebouwen moeten gemeenten, eigenaren, verhuurders en isolatiebedrijven rekening houden met de mogelijke aanwezigheid van vleermuizen en andere beschermde diersoorten. In concrete gevallen is onderzoek nodig en moet een gebouweigenaar mogelijk een vergunning voor een natuuractiviteit aanvragen.
Wij kunnen een ontzorgende rol spelen door een soortenmanagementplan (SMP) op te stellen om een (gemeentebrede) omgevingsvergunning te krijgen van de provincie.
Gezien de lange doorlooptijd om te komen tot een soortenmanagementplan (SMP) en de urgentie om gebouwen te isoleren, geeft de provincie op kortere termijn een tijdelijke omgevingsvergunning af. Dit wordt de pre-SMP-aanpak genoemd. Een pre-SMP is gebaseerd op modelmatige berekeningen en niet zoals bij een SMP op ecologisch onderzoek. Daarom is het aantal en type woningen onder een tijdelijke vergunning beperkt. Ook gelden specifieke voorwaarden.
In de voorjaarsrapportage hebben we gerapporteerd over het SMP en het pre-SMP. Voor het pre-SMP is de natuuraannemer begonnen met het plaatsen van in totaal 67 kraamverblijven voor gebouw-bewonende vleermuizen, verspreid over de kernen. Hierbij is sprake van samenwerking met woningbouwcorporaties.
De aanbestedingsprocedure voor het SMP is gestart met het opstellen van een programma van eisen, een marktconsultatie en uitvragen bij meerdere (landelijke) gemeenten die al een SMP of een lopende aanbesteding hebben. De marktconsultatie is in juni uitgevoerd en heeft inzichten voor de definitieve aanbesteding opgeleverd over het aantal percelen van de aanbesteding, de benodigde middelen en het aantal kernen dat meegenomen wordt in het onderzoek. Er is maximaal een miljoen euro nodig voor het uitvoeren van het SMP in alle 51 kernen. We besteden dit in één keer aan. Rijk, provincie en gemeente zorgen samen voor dekking. De aanbesteding zal volgens plan uiterlijk in oktober op Tendernet geplaatst worden.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Water, bodem en klimaatadaptatie zijn sturend (WBKS) bij ruimtelijke ontwikkelingen | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
We zijn bezig om nadere invulling te geven aan hoe we als gemeente omgaan met water, bodem en klimaatadaptatie sturend te integreren binnen ruimtelijke ontwikkelingen. We hebben ruim € 28.000 aan subsidie verstrekt voor groenblauwe maatregelen. Dit betreft aanvragen voor regentonnen, groene daken, afkoppelen van dak- en erfverhardingen en voor een regenwatergebruiksinstallatie.
In het kader van Friesland Bouwt Circulair is in in het derde kwartaal van dit jaar een pilot gestart bij de gebiedsontwikkeling Wyldehoarne 4, fase 2, waarbij water, bodem, klimaatadaptatie en overige duurzame thema’s zoals energie, circulariteit en biodiversiteit als sturende principes gelden. Organisatiebreed wordt per thema onderzocht welke mogelijkheden toepasbaar zijn, met als doel input te leveren voor herzien beleid en aanbestedingsdocumenten.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
100% circulair inkopen in 2030 | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
In onze inkoopprojecten leggen we steeds meer de nadruk op de totale kosten van een product of dienst. Dit betekent dat we niet alleen kijken naar de aanschafprijs, maar ook naar onderhoud, energieverbruik, reparaties en de kosten aan het einde van de levensduur. Daarnaast nemen we deel aan verschillende landelijke initiatieven, zoals IP Building Balance en Circulair Opdrachtgeven en Inkopen, om kennis en ervaring uit te wisselen. Tot slot richten we dit jaar een decentrale inkoop-mienskip op. Dit netwerk is speciaal voor onze eigen decentrale inkopers en biedt ruimte voor uitwisseling en kennisdeling.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
CO2-emissie reduceren | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
We onderzoeken hoe we de vernieuwde CO₂-prestatieladder het beste kunnen inzetten om voortgang meetbaar te maken en gerichter te sturen. Begin dit jaar is handboek 4.0 geïntroduceerd, waarbij de niveaus zijn veranderd naar tredes. Waarbij je voorheen op niveau 1 t/m 5 kon certificeren, heeft het nieuwe handboek trede 1 t/m 3. We bekijken momenteel welke trede voor ons haalbaar is. We nemen deel aan een Rijksbrede werkgroep die zich richt op het verbeteren van de monitoring van CO₂-uitstoot binnen inkoopprocessen, zodat we scherper inzicht krijgen in de effecten van onze keuzes. Daarnaast hebben wij op 22 juli 2025 het SEB-convenant (Schoon en Emissieloos Bouwen) ondertekend, waarin ministeries, waterschappen, provincies, gemeenten en brancheorganisaties samenwerken om de bouwsector versneld te verduurzamen en schoner te maken. Tot slot zetten we in op de verduurzaming van ons eigen vastgoed, zodat we niet alleen in onze keten, maar ook binnen onze eigen organisatie bijdragen aan de reductie van CO₂.
Vooralsnog gebruiken we de huidige methodiek om te weten hoe wij presteren op de CO2-prestatieladder. We staan nog steeds op niveau 4. Eind september starten we met het certificeringstraject over 2025, dat naar verwachting in april/mei 2026 zal plaatsvinden. In de voorjaarsrapportage is benoemd dat we in 2024 als gemeente een reductie hebben behaald van 53% ten opzichte van 2019, dit is lager dan de geplande 64%. In de voorjaarsrapportage hebben we dit verklaard. Het reductiepercentage, zoals genoemd in de voorjaarsrapportage, is tot nu toe het laatst gemeten percentage. In de toekomstige voorjaarsrapportage zullen we reductiecijfers over 2025 noemen.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Sociale duurzaamheid verbeteren | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Witgoedruil
Op 19 Augustus van dit jaar is de Witgoedregeling verlengd met twee jaar. Het plafond voor de subsidie is 200.000 euro. Dit biedt ruimte voor nog eens 267 aanvragen tot 1 oktober 2027.
Dit jaar zijn er zo'n 35 huishoudens geholpen met een energiezuinig apparaat.
Sinds de start van deze regeling in 2022 zijn er tot nu toe 534 aanvragen positief beoordeeld en is de ''ruil'' toegekend.
Duurzaamheid in het onderwijs
De gemeente is aangesloten bij GroenDoen. Via dit platform bieden we natuur- en milieueducatieve activiteiten aan op scholen binnen onze gemeente. Samen met Groen Doen is gekeken welke doelen wij hebben en hoe zij hierover educatie kunnen geven aan de basisschoolkinderen. Onze doelen zijn verwerkt in de leerlijnen.
Duurzame initiatieven
Er is een checklist gemaakt voor het uniform definiëren en categoriseren van duurzame initiatieven. Er lopen inmiddels 35 duurzame initiatieven.
Drie voorbeelden hiervan zijn:
- Tegelgoot, het eenvoudig mogelijk maken van laden elektrische auto’s, zonder eigen oprit
- Tegeltaxi ter promotie van het landelijke programma NK tegelwippen
- Repaircafé in bibliotheek Joure tijdens de circulaire week
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Het verduurzamen van ons gemeentelijk vastgoed. | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Op dit moment hebben wij vijf verduurzamingsprojecten in de werkvoorbereidingsfase, twee in de uitvoeringsfase en hebben wij twee verduurzamingsprojecten opgeleverd. De planning is om de twee projecten in de uitvoeringsfase later dit jaar op te leveren, hiermee lopen wij aan het eind van het jaar in de pas wat betreft het aantal beoogde projecten.
Voor acht andere gebouwen hebben wij gedetailleerde verduurzamingsplannen laten opstellen.
Deze gebouwen brengen wij stapsgewijs in de werkvoorbereidingsfase waarbij wij oog houden voor onze huurders, gebruikers en externe ontwikkelingen zoals netcongestie.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Toekomstbestendig erfgoed. | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
We stellen een Erfgoednota op met als doel het cultureel erfgoed te behouden, te beschermen en te versterken. Dit levert een positieve bijdrage aan het aantrekkelijk en vitaal houden van onze gemeente. Met het erfgoedbeleid willen wij borgen dat het erfgoed ook beschikbaar blijft voor toekomstige generaties. De erfgoednota richt zich niet alleen op onroerend erfgoed, maar op het brede spectrum dat aan erfgoed aanwezig is in onze gemeente. De raad heeft in juni 2025 de Startnotitie Erfgoednota vastgesteld. Hiermee zijn de inhoudelijke en procesmatige kaders voor de Erfgoednota vastgesteld. Naar verwachting leggen wij in het vierde kwartaal van 2026 de Erfgoednota ter vaststelling voor aan de gemeenteraad.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Het veiligstellen van de toekomst van kerken als bepalende gebouwen voor het silhouet van dorp en stad, als baken in de omgeving | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
In onze gemeente staat een kleine zestigtal kerkgebouwen. Het gebruik van deze kerkgebouwen staat onder druk en het is de vraag of alle kerkgebouwen op langere termijn kunnen blijven functioneren als kerkgebouw. Met het landelijk programma ‘Toekomst religieus erfgoed’, heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, samen met enkele partners, gemeenten inhoudelijk en financieel gestimuleerd om een eigen ‘kerkenvisie’ te ontwikkelen. Ook wij hebben gebruik gemaakt van deze regeling. De beleidsregel kerkenvisie DFM is inmiddels in ontwerp opgesteld. De raad behandelt deze ontwerpbeleidsregel in de tweede helft van 2025. Daarna leggen we het document ter inzage. Definitieve vaststelling zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2026 plaats vinden.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
0 verkeersslachtoffers in 2050. | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Medio september starten de werkzaamheden aan de Fjildwei in Terkaple en Akmarijp. We gaan verkeersplateau's op de kruispunten realiseren en binnen de bebouwde kom stellen we een 30 km/uur zone in. Ook brengen we meer groen aan om de wegen visueel te versmallen. Er zijn tot nu toe geen bezwaren ingediend tegen het hiervoor benodigde verkeersbesluit.
De voorbereidingen voor groot onderhoudswerkzaamheden aan het Westeind in Oosterzee zijn afgerond. Hier brengen we kruispuntplateau's, drempels en fietssuggestiestroken aan. De werkzaamheden worden aanbesteed. Afhankelijk van de ruimte bij de aannemer(s) worden de werkzaamheden in 2025 afgerond. Bij onvoldoende ruimte bij de aannemers worden de werkzaamheden doorgeschoven naar april 2026.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Veilige(vaar)wegen en fietspaden. | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Met het oog op een goed beheer van onze verkeersborden, is een begin gemaakt met het inlezen van het verkeersbordenbestand. Een actueel bordenbestand geeft duidelijkheid over het aantal verkeersborden, het soort verkeersbord en de locatie van de borden. We inspecteren de borden vervolgens planmatig, eventueel gevolgd door de benodigde actie die uit de inspectie komt (vervangen, saneren, verplaatsen, reinigen). Met een actueel bordenbestand kunnen we de structurele kosten ook goed inzichtelijk maken.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Goed bereikbare dorpen en goed bereikbare stad. | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Na een lastige start, waarbij er een tekort aan bussen was, voert Qbuzz de dienstregeling nu naar behoren uit. We zijn dit voorjaar betrokken geweest bij het vervoersplan voor 2026. Dit is nu nog een concept. Afgaande op dit concept zal geen sprake zijn van noemenswaardige veranderingen in de dienstregeling van het busvervoer in onze gemeente.
In goed overleg met de provincie Fryslân zijn we tot een geschikte locatie gekomen voor de toekomstige busremise in de omgeving van Lemmer. Nu worden er gesprekken gevoerd over de verkoop en overdracht van de gronden.
Wij hebben vertegenwoordigers van onze kernen gewezen op de nieuwe subsidiemaatregel Fryslân ûnderweis. Dit is een subsidieprogramma dat op 3 november 2025 van start gaat, waarbij verenigingen, stichtingen, coöperaties en kerkgenootschappen subsidieaanvragen kunnen indienen voor projecten die bijdragen aan de mobiliteit in Fryslân. De provincie Fryslân stelt hiervoor 1 miljoen euro beschikbaar. Dit programma richt zich op het stimuleren van lokale initiatieven die op een duurzame wijze bijdragen aan de mobiliteit van inwoners.
Doelstelling: | |||||||||||||||||||
Opvang vluchtelingen en ontheemden. | |||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Per 1 juli is onze taakstelling voor het opvangen van Oekraïense ontheemden verhoogd van 308 plekken naar 347 plekken. Op dit moment vangen wij 317 ontheemde Oekraïners op. Voor het einde van het jaar verwachten wij 30 extra opvangplekken te kunnen openen op locatie ‘De IJIsvogel’. Vanaf dat moment voldoen wij aan de actuele taakstelling.
Daarnaast heeft op 30 september 2025 het college de aangepaste beleidsregels eigen bijdrage ontheemden Oekraïne vastgesteld. De eigen bijdrage is verhoogd, in lijn met de landelijke regeling. De nieuwe beleidsregels treden in werking per 1 oktober 2025.
